DIGITAL MIRROR: Wat wortelt is woest
Essay door Lilian Anneloes
Op Pinkstermaandag word ik verstrooid wakker in een gehalveerd klaslokaal van de oude G.A. van Swieten Tuinbouwschool. Ik heb de gordijnen nog nauwelijks geopend of ik kijk tegen een groep tuinierende vrijwilligers aan, die mij, nietsvermoedend en voorovergebogen in het gras, aansporen om op te schieten.
Een half uur later strompel ik achter mijn kop koffie aan naar buiten. Er wordt gekibbeld door kikkers in de vijver van een Franse tuin, die zich direct tegenover de ingang van het pand bevindt. Zware, zachte achterwerkjes van hommels landen op het paars van salvia’s. Elk bloempje is een wipwap-stoeltje. Stengels verbuigen kort en schieten los wanneer er ronkend wordt weggevlogen. Alles beweegt hier vrijelijk. Zo’n vijf generaties eerder werd de buitenruimte echter beteugeld en beperkt. Geïnspireerd door de tuinen van een zonnekoning, had deze als doel bezoekers te vermaken en om macht en status uit te stralen.[1] Controle over de natuur als metafoor voor controle an sich. In een een jaarboekje uit 1918 vind ik eenzwart-witfoto van de nu purperen tuin. Boven monochrome bloemen, gesnoeid in een onnatuurlijke bolvorm, ontspringen diverse plukken plantensoorten. Een gigantische, gedwongen bloemenvaas. Het tuintje is zo secuur gemaaid dat de borders bijna plastic aandoen. Het opdringen van een vorm aan een wezen dat deze vorm niet van nature heeft, maakt me zenuwachtig.
Dobberend op kanaalwater in een wit-rood roeibootje, spelend tussen distels en draaibruggen bracht ik een jeugd door op aan de kant geschoven ‘onlanden’. Woeste gronden die moesten verdwijnen om plaats te maken voor lintdorpen, velden en kanalen waardoor de vruchten uit die grond naar de steden verscheept konden worden. Soms, wanneer ik in mijn bejaarde blauwe botsauto over mijn geboortegrond rijd, vraag ik me af of er onder de scheuren in het asfalt nog iets terug te vinden is van de onherbergzame woestenij, die geldzuchtig en grondig bedwongen werd. De gedraineerde, ontgonnen grond werd ontdaan van haar veen dat vervolgens, gedroogd, in onze turfkachels tot as werd verkoold. Zodra ze niets meer te geven had, maakten we haar vruchtbaar en plempten we haar vol met hoekige, bewerkbare akkers. Van het moeras blijft weinig over. Men kwam hier enkel om haar uit te wissen.
Als onderdeel van New Deal-plannen in Amerika werden het moeras en haar gemarginaliseerde bewoners als ‘ongewild’ en ‘onbeschaafd’ neergezet om de winstgevende ontginning van deze gebieden te legitimeren. De woeste grond bood echter meer veiligheid dan de bewerkte grond en het racisme dat die vormgaf. Te midden van het moeraslandschap bouwden gevluchte tot slaaf gemaakten collectieven buiten het bereik van koloniale machten. Maar dit proces van ‘marronage’ werd hen met kracht ontnomen: ‘swampification’ herschiep de gebieden in woord en beeld tot broeihaarden van dood en verderf. Overheden, organisaties en de pers verklaarden de drassige toevluchtsoorden tot vervloekte leegtes, waarmee ze hun volledige vernietiging goed praatten.[2] Wanneer ik door documenten van de Tuinbouwschool blader tref ik een voetafdruk van Nederlandse deelname aan. In één van de groen gekafte jaarboekjes schrijft een oud-student over zijn werkbezoek aan Amerika:
Een en ander wensch ik hier kort mede te delen, hoe totaal woeste gronden onder cultuur gebracht kunnen worden en hoe uitgestrekte boomgaarden met sinaasappelen, vijgen, olijven, dadelpalmen, of met andere vruchtbomen ontstaan. (…) Het nieuwe stuk land, zooeven van de regering verworven als “a new claim” wordt onder handen genomen, ontgonnen, bezaaid met katoen, luzerne of andere gewassen, terwijl de reeds ontgonnen terreinen verbeterd worden.[3]
Er straalt een niet-verrassende vanzelfsprekendheid vanaf. Het ‘onder cultuur brengen’ van zowel grond als mens om deze te ‘verbeteren’ echoot immers door de geschiedenis van Frederiksoord, waar de Tuinbouwschool in 1884 werd opgericht. Twee generaties hiervoor zag gouverneur-generaal van Nederlands-Indië Johannes van den Bosch geen probleem met het wegvagen van de woestenij. Het Drentse terrein was een goedkope locatie voor zijn experiment in interne kolonisatie: De Koloniën van Weldadigheid, waarmee hij armoede wilde aanpakken door armen te voorzien van werk.[4] De mogelijke verspreiding van armoedigheid en de hiermee geassocieerde ‘ondeugd’ of ‘luiheid’, werd tegen het licht van de recente Franse Revolutie als een bedreiging voor de openbare orde gezien.[5] Gehele gezinnen van paupers en bedelaars uit de grote steden werden geselecteerd en naar de koloniëngestuurd waar zij tot volwaardige, beheersbare burgers zouden worden gevormd, en het woeste gebied tot landbouwgrond.[6] Er wachtte hen een geprepareerd ‘thuis’ met een lapje grond, een koe en een schaap, waar de combinatie van zware arbeid en spullen hen ‘zelfredzaam’ zou maken.[7] Maar er was een hunkering naar winstgevend overschot: het doel was kolonisten te leren produceren voorbij deze zelfredzaamheid.[8] Paupers kwamen terecht in een streng beheerde gemeenschap van gedwongen arbeid, waarin medailles, status en ‘vrije tijd’ werden uitgereikt op basis van ‘goed gedrag’ en arbeidsprestaties.
Hiervoor liet Van den Bosch zich inspireren door zijn ervaring met de collectieve organisatie van arbeid in Java. Hij liet er land ontginnen en behaalde aanzienlijke winsten door zogenaamd ‘luie’ mensen binnen een gesloten gemeenschap tot arbeid te dwingen. Volgens hem verspilden deze arbeiders voorheen hun tijd, en moesten zij nog ‘leren te werken.’[9] Hoewel de brute realiteit van het overzeese plantagebestel contrasteert met de relatief milde vorm van interne kolonisatie in Nederland, zijn beiden geworteld in hetzelfde imperiale systeem.[10] Op het geoefende koloniale model werd de gehele infrastructuur voor het disciplinaire systeem in de Drentse nederzettingen afgestemd. Rechte, overzichtelijke lijnen, gecontroleerde arbeid en woningindelingen die de hiërarchie weerspiegelen sluiten naadloos aan op het plantagemodel, waarvoor de ogenschijnlijk nutteloze moerassen werden vermaakt tot landbouwgrond.[11] Dit model maakt van ‘leegte’ bezit wat toegeëigend kan worden.[12] Een ‘verheffend’ instituut, gericht op de beheersing van zowel mensen als het als wild beschouwde landschap.[13]
Zo’n geïsoleerde gemeenschap, gebouwd op militaire discipline en panoptisch toezicht, vormt haar bewoners.[14] Het trekt diepe neurologische paden in de vorm van houdingen, overtuigingen en onontkoombare stigma’s. De omgeving laat lijfelijke en psychische sporen na,[15] en voedt een collectief geheugen waar vanuit denk- en wereldbeelden aan volgende generaties worden doorgegeven. Onderdrukking wordt een erfelijk brandmerk, gebonden aan een plek op de sociale en geografische kaart.[16]
Voordat ik me af kan vragen wat ik meekreeg van mijn eigen ouders, merk ik dat er een teek over mijn toetsenbord loopt. In een panische poging om de parasiet te pletten klap ik mijn laptop dicht. Wanneer ik zeker weet dat ik mijn bloed niet hoef te delen, kijk ik per toeval de achtertuin van het oude schoolgebouw in. Bomen buigen kronkelend onder het gewicht van hun eigen takken. Kleefkruid en heermoes trekken zichzelf aan het gras omhoog. Van den Bosch wilde die woestheid niet. Hij maakte een menselijke Franse tuin en hoopte dat ze naar zijn voorbeeld leerde groeien. Maar dat doet ze niet. Als je haar alleen laat ontsnapt ze uit haar borders en ontvlucht ze de schaduw op zoek naar licht. Ik denk aan de tuinen voordat de vrijwilligers hier kwamen: de overwoekerde wandellanen, de kassen gevuld met metershoge bramen. Er is rechtvaardigheid in het terugnemen van ruimte, ook als deze niet vruchtbaar is.
Nu groeit er jonge aanwas langs de lanen, die zich weer hebben verbonden met het wegenpatroon van de kolonie.[17] Wanneer ze mij naar het arboretum brengen word ik vanachter het vingerhoedskruid strak aangekeken. Een merel laat zijn werk vallen en schiet vluchtig weg. Hij kent geen geschiedenis, alleen een op generaties aan ervaringen toegespitst instinct. Angst verbindt zich niet aan woorden. Het kruipt in het lijf en herkent herhaling.[18] Tussen het blad van de boomkronen klinkt een kwetterende uitwisseling. Een herinnering roert het loof van immobiele planten. Ik richt mijn blik op de kassen, waarlangs perenbomen prijken. De oudste leiperenallee van Nederland werd door kolonistenzonen geplant. Onder me groeien de wortels van geheugens ouder dan de jaarboekjes. Ik vind het moeilijk lezen. Epigenetische kennis wordt stilzwijgend gedeeld met nakomelingen, die vanuit een onzichtbare opslag uit de zandgrond voortspruiten. Ze passen zich geruisloos aan.[19] Vanaf het stenen krukje te midden van de perenleiding lijken de bomen als zeesterren naast elkaar te staan. De geleide takken gelijk aan gespreide armen. Ik zie alleen maar mensen. In deze geselecteerde constellatie van planten en personen ter verdienste van het kapitaal, belandden mensen en niet-mensen op plekken waar zij niet van nature thuishoren.[20] Gaven we ze vormen die zij niet van nature hadden, dwongen we hen tot een onnatuurlijke nabijheid[21] - samengebracht, niet uit wil, maar uit noodzaak. Opdat elke korrel zijn hoogste opbrengst levert.
BIBLIOGRAFIE
Awaid A., Roszkowski M., en Mansuy I. M. “Transgenerational Epigenetics of Traumatic Stress.” Progress in Molecular Biology and Translational Science 158 (2018): 273–298.
Birney, Ewan. “Why I’m Sceptical about the Idea of Genetically Inherited Trauma.” The Guardian, September 11, 2015. https://www.theguardian.com/science/blog/2015/sep/11/why-im-sceptical-about-the-idea-of-genetically-inherited-trauma-epigenetics.
Bosma, Anke, and Tjalling Valdez Olmos. “The Coloniality of Benevolence.” COLLATERAL, 2020. https://www.collateral-journal.com/index.php?cluster=23.
Eggers, Anastasia, and Driessen, Clemens. “From Polder Colony to Greenhouse Plantation: Dwelling in the Noordoostpolder Plantationocene.” Society for Cultural Anthropology, January 24, 2023. https://culanth.org/fieldsights/from-polder-colony-to-greenhouse-plantation-dwelling-in-the-noordoostpolder-plantationocene.
Jansen, Suzanna. Het pauperparadijs: Een familiegeschiedenis. Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2022.
Maarten, Zwiers. “Foreword: Swamp Manifesto: Manifestations of the Swamp.” Soapbox Journal for Cultural Analysis, no. 5 (2024): 21–37.
McKittrick, Katherine. “Plantation Futures.” Small Axe: A Caribbean Journal of Criticism 17, no. 3 (November 1, 2013): 1–15. https://doi.org/10.1215/07990537-2378892.
Ng, Emily. “Agrarian Labor as Technology of the Subject: The Dutch Colonies of Benevolence and the Maoist Sent-Down Movement.” COLLATERAL, 2020. https://www.collateral-journal.com/index.php?cluster=23.
Schrauwers, Albert. “The ‘Benevolent’ Colonies of Johannes Van Den Bosch: Continuities in the Administration of Poverty in the Netherlands and Indonesia.” Comparative Studies in Society and History 43, no. 2 (April 2001): 298–328. https://doi.org/10.1017/s0010417501003504.
Stuit, Hanneke, and Neeltje ten Westenend. “Plot, Tree and Lane: Plotting Counter Visuality in ‘Growing Archive of (Re)Construction.’” Plot, Tree and Lane, April 2, 2024. https://plotting.rietveldsandberg.nl/?p=113.
Uphof, T.C. In Jaarboekje Der Vereeniging van Oud-Leerlingen Der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool Te Frederiksoord Voor 1916, 60–63. Frederiksoord: G.A. van Swieten Tuinbouwschool, 1916.
Van der Kolk, Bessel A. The body keeps the score: Mind, brain and body in the transformation of trauma. London: Penguin Books, 2015.
Vickers, Morgan P. “On Swampification: Black Ecologies, Moral Geographies, and Racialized Swampland Destruction.” Annals of the American Association of Geographers 113, no. 7 (2023): 1674–81. https://doi.org/10.1080/24694452.2022.2137455.
Wemes, Martin, and Annette van der Maarel. 121 jaar Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool. Frederiksoord: Stichting Weldadig Oord, 2023.
FURTHER READING
Bhabha, Homi. 1990. "The Other Question: Difference, Discrimination, and the Dis-
course of Colonialism." In Out There: Marginalization and Contemporary Cultures,
Russell Ferguson, et al., eds. Cambridge, MA: MIT Press.
Ecologisch Adviesbureau Maes in opdracht van de provincie Drenthe. De betekenis en ouderdom van de beplanting in de Koloniën van Weldadigheid, Oktober 2016.
Jaarboekje Der Vereeniging van Oud-Leerlingen Der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool Te Frederiksoord Voor 1915. Frederiksoord: G.A. van Swieten Tuinbouwschool, 1915.
Jaarboekje Der Vereeniging van Oud-Leerlingen Der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool Te Frederiksoord Voor 1917. Frederiksoord: G.A. van Swieten Tuinbouwschool, 1917.
Jaarboekje Der Vereeniging van Oud-Leerlingen Der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool Te Frederiksoord Voor 1918. Frederiksoord: G.A. van Swieten Tuinbouwschool, 1918.
Jong, Erik A. de, and Laurie Cluitmans. “Foreword: Like a Mirror.” Essay. In On the Necessity of Gardening: An ABC of Art, Botany and Cultivation. Amsterdam, Nederland: Valiz, 2021.
Tori DeAngelis. “The Legacy of Trauma.” APA.org, februari 2019. https://www.apa.org.
[1] Wemes, Martin, and Annette van der Maarel. 121 jaar Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool. Frederiksoord: Stichting Weldadig Oord, 2023. 27.
[2] Vickers, Morgan P. “On Swampification: Black Ecologies, Moral Geographies, and Racialized Swampland Destruction.” Annals of the American Association of Geographers 113, no. 7 (2023): 1674–81. https://doi.org/10.1080/24694452.2022.2137455.
[3] Uphof, T.C. In Jaarboekje Der Vereeniging van Oud-Leerlingen Der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool Te Frederiksoord Voor 1916, 60–63. Frederiksoord: G.A. van Swieten Tuinbouwschool, 1916.
[4] In 1818 werd de eerste kolonie (Frederiksoord) opgericht naar aanleiding van de Napoleontische oorlogen en mislukte oogsten. In Museum de Proefkolonie wordt een film getoond waarin Van den Bosch’ oplossing als voorloper van de verzorgingsstaat en leerplicht wordt uitgedragen.
[5] Bosma, Anke, and Tjalling Valdez Olmos. “The Coloniality of Benevolence.” COLLATERAL, 2020. https://www.collateral-journal.com/index.php?cluster=23.
[6] “The urban poor would be brought to the hitherto unproductive lands of dunes and peat bogs, providing for their own sustenance rather than “idly” relying on charity.” Ng, Emily. “Agrarian Labor as Technology of the Subject: The Dutch Colonies of Benevolence and the Maoist Sent-Down Movement.” COLLATERAL, 2020. https://www.collateral-journal.com/index.php?cluster=23.
[7] Wemes, Martin, and Annette van der Maarel. 121 jaar Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool. Frederiksoord: Stichting Weldadig Oord, 2023. 6.
[8] Ng, Emily. “Agrarian Labor as Technology of the Subject: The Dutch Colonies of Benevolence and the Maoist Sent-Down Movement.” COLLATERAL, 2020. https://www.collateral-journal.com/index.php?cluster=23.
[9] Schrauwers, Albert. “The ‘Benevolent’ Colonies of Johannes Van Den Bosch: Continuities in the Administration of Poverty in the Netherlands and Indonesia.” Comparative Studies in Society and History 43, no. 2 (April 2001): 359. https://doi.org/10.1017/s0010417501003504.
[10] Stuit, Hanneke, and Neeltje ten Westenend. “Plot, Tree and Lane: Plotting Counter Visuality in ‘Growing Archive of (Re)Construction.’” Plot, Tree and Lane, April 2, 2024. https://plotting.rietveldsandberg.nl/?p=113.
[11] Maarten, Zwiers. “Foreword: Swamp Manifesto: Manifestations of the Swamp.” Soapbox Journal for Cultural Analysis, no. 5 (2024): 21–37.
[12] McKittrick, Katherine. “Plantation Futures.” Small Axe: A Caribbean Journal of Criticism 17, no. 3 (November 1, 2013): 1–15. https://doi.org/10.1215/07990537-2378892.
[13] Maarten, Zwiers. “Foreword: Swamp Manifesto: Manifestations of the Swamp.” Soapbox Journal for Cultural Analysis, no. 5 (2024): 21–37.
[14] Schrauwers, Albert. “The ‘Benevolent’ Colonies of Johannes Van Den Bosch: Continuities in the Administration of Poverty in the Netherlands and Indonesia.” Comparative Studies in Society and History 43, no. 2 (April 2001): 309. https://doi.org/10.1017/s0010417501003504.
[15] Awaid A., Roszkowski M., en Mansuy I. M. “Transgenerational Epigenetics of Traumatic Stress.” Progress in Molecular Biology and Translational Science 158 (2018): 273–298.
[16] Jansen, Suzanna. Het pauperparadijs: Een familiegeschiedenis. Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2013.
[17] Wemes, Martin, and Annette van der Maarel. 121 jaar Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool. Frederiksoord: Stichting Weldadig Oord, 2023. 27.
[18] Van der Kolk, Bessel A. The body keeps the score: Mind, brain and body in the transformation of trauma. London: Penguin Books, 2015.
[19] Birney, Ewan. “Why I’m Sceptical about the Idea of Genetically Inherited Trauma.” The Guardian, September 11, 2015. https://www.theguardian.com/science/blog/2015/sep/11/why-im-sceptical-about-the-idea-of-genetically-inherited-trauma-epigenetics.
[20] Eggers, Anastasia, and Driessen, Clemens. “From Polder Colony to Greenhouse Plantation: Dwelling in the Noordoostpolder Plantationocene.” Society for Cultural Anthropology, January 24, 2023. https://culanth.org/fieldsights/from-polder-colony-to-greenhouse-plantation-dwelling-in-the-noordoostpolder-plantationocene.
[21] De nieuwe beheerders van de oude Tuinbouwschool (nu: De Proef) werken samen met ervaren vrijwilligers aan de toekomst van de tuin. Bepaalde planten en bomen worden weggehaald zodat anderen meer ruimte krijgen en de tuin kan groeien op een ecologisch verantwoorde wijze. Hiervoor worden ook inheemse soorten gezaaid en bestaande tuindelen hersteld. Daarnaast wordt de Tuinbouwschool tegenwoordig opengesteld als werk- en ontmoetingsplek. Op deze manier breekt de organisatie met de hiërarchische structuur en het overheersende karakter van Van Den Bosch’ kolonialisme.