DIGITAL MIRROR: Machine Entanglements: welkom in de knoop.
Essay door Roosje Klap & Rosa Wevers
Wat als we geen digitale systemen meer willen die alles van ons weten, maar systemen die ons helpen om anders te zijn en onszelf steeds opnieuw uit te vinden? Wat als die systemen niet proberen om alles sneller of beter te maken, maar juist vragen stellen en ruimte geven aan wat onverwacht gebeurt? Wat als we niet altijd sneller willen gaan, maar juist soms langzamer? En wat als we leren om plekken waar het schuurt of moeilijk is, niet als een foutje te zien, maar juist als waardevol?
In Machine Entanglements beschouwen we technologie niet als gereedschap, maar als habitat. Niet als een middel, maar als een integraal onderdeel van het landschap waarin we leven, ademen en verdwalen. We tonen een wereld van verstrengeling tussen vogels, algen en datastromen, tussen mensen, verborgen vulkanen en mythische figuren. Alles raakt alles. Glasvezels kruipen als wortels onder onze voeten. Satellieten herhalen in de ruimte patronen die ooit als oude cartografische sporen in zeeën geschreven stonden. Bluetooth-signalen vullen de ruimte met onzichtbare ruis.
De kunstenaars die onderdeel zijn van het ecosysteem van deze eerste Noorderlicht Biënnale, tonen ons plekken en perspectieven die met het menselijk oog onbereikbaar zijn. Met de analoge of digitale camera als ooggetuige onthullen ze zones waar het oog tekortschiet. Hier is ruis geen storing meer, maar een belangrijk signaal dat ons iets wil vertellen. Glitches worden zichtbaar gemaakt, niet alleen als fouten in een systeem, maar ook als een vorm van tegenkracht tegenover de normen die met de digitale wereld verweven zijn.[1]
Want wat vanzelfsprekend lijkt, is vaak het resultaat van herhaling, van systemen die zo vaak hun logica op ons hebben geprojecteerd dat we haar zijn gaan beschouwen als natuurwet. In die ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid—van interfaces die vloeiend reageren, algoritmes die ‘passend’ selecteren, netwerken die onzichtbaar functioneren—ligt de grootste illusie besloten: dat technologie neutraal zou zijn. De tentoongestelde werken in Machine Entanglements onderbreken vaak dat automatische denken. Ze zijn als ongewenste storingen in een ogenschijnlijk feilloos werkend systeem. Deze verstoringen vragen niet om onmiddellijke interpretatie, maar om nabijheid. Ze nodigen uit om te vertragen en om opnieuw te leren kijken naar dat wat ons te vanzelfsprekend lijkt. Een pauze in het systeem, een adem in de code.
Frictie is geen fout in de ervaring. Het is de ervaring zélf. Zonder wrijving raak je contactloos, schreven Luna Maurer en Roel Wouters in Designing Friction (2024).[2] Want elke poging om de mens frictieloos te maken, is eigenlijk een poging om het menszijn te reduceren tot binaire datapunten. Elke beslissing die je maakt, wordt gedragen door twijfels, herinneringen en culturele contexten. En precies die complexiteit wordt in onze digitale cultuur vaak uitgewist, omdat ze niet past in de default logica van software.
Daarom is het werk The A-Symmetrical Imperialistic Data Server, by Sara Sejin Chang (Sara van der Heide) zo betekenisvol binnen Machine Entanglements. In plaats van snelheid en controle, biedt haar handbeschilderde dataserver van zijde een traag, kwetsbaar alternatief voor digitale precisie. Geen lens-based media werk. Geen geoptimaliseerde stroom, maar een ademende structuur waarin het binaire systeem als visueel ritueel verschijnt, verbonden met oceanische beweging en een geschiedenis van vrouwelijke arbeid. Haar installatie verstoort het beeld van technologie als neutraal of universeel, en maakt zichtbaar hoe ongelijkheid, imperialistische extractie en tempo wereldwijd ongelijk verdeeld zijn.
Daar, in die restcategorieën, leeft iets op. Iets dat zich niet laat reduceren. Waar we tijd verliezen, waar er iets stokt, waar je even moet blijven hangen. In die pauzes groeit iets dat niet in de code past. Een ruimte. Een adem. Een andere manier van kijken.
Louis Braddock Clarke vangt precies die momenten in zijn sonische landschappen. In Under Boom wordt het onhoorbare hoorbaar: de onderdrukte trillingen van mijnexplosies, ruimtepuin en seismische dreiging. Institutionele censuur resoneert hier als interferentie. Wat normaal wordt weggefilterd—omdat het niet esthetisch is, niet nuttig, niet relevant—wordt hier frontaal, voelbaar, onafwendbaar. Die ruis is niet langer defect, maar bewijs. Elke hapering is een opening naar perspectief dat onderbelicht is gebleven. Elk verkeerd ingeschat profiel is een onthulling. Elke stilte draagt informatie. Maar alleen als we bereid zijn anders te luisteren. Als we het systeem niet alleen gebruiken, maar beginnen te beïnvloeden. Niet door het te ontkennen, maar door het te verstoren. Door noise niet als afval te behandelen, maar als actief materiaal. Door het esthetische te combineren met het politieke. Door de storing als poëzie te lezen. De kunstenaar en onderzoeker Trevor Paglen noemt dit ‘adversarial aesthetics’: sabotage als openbaring. In zijn visuele strategieën gebruikt hij verwarring als methode.[3]Glitchen als vorm van onthullen. Een gezicht dat onleesbaar is voor gezichtsherkenning, is niet ‘mislukt’, maar een belichaamd protest. De datastroom die vastloopt, is geen falen, maar een vorm van verzet.
De werken in Machine Entanglements functioneren niet als afgeronde statements, maar als open loops. Ze vragen niet om snelle antwoorden en technologische ‘quick fixes’, maar om langdurige betrokkenheid. Om te blijven kijken, blijven haken, en blijven hopen op een andere toekomst waarin technologische en organische soorten gelijkwaardig met elkaar samenleven. Ze leggen systematische ongelijkheden bloot, maar tonen ook de veerkracht die in mens en natuur verscholen ligt. Zoals de beelden van Sabrina Ratté die e-waste in postdigitale ruïnes transformeert. Haar immersieve video-installaties tonen hoe technologisch afval de mens zal overleven. Elk object, zwevend tussen data en stof, vormt een nest voor een toekomstig ecosysteem. Zo wordt een veerkrachtig monument gebouwd voor de toekomst, voor altijd in pixels bewaard.
Verbeelding als systeemfout
Nu algoritmes steeds meer bepalen wat we wel en niet te zien krijgen, is het inzetten van verbeeldingskracht een noodzakelijke systeemfout in een wereld van voorspelbaarheid. Met verbeelding wordt het mogelijk om voorbij te gaan aan het binaire denken van code, en voorspelbare waarschijnlijkheden in disbalans te brengen. Wat wordt dan wél zichtbaar?Woorden die geen zoekresultaat opleveren. Machines die dromen van nieuwe natuurlijke soorten. Mossen die terrein terugwinnen op verlaten bergen afval. Dát is waarom de kunstenaars uit Machine Entanglements belangrijk zijn: zij maken systemen van macht zichtbaar, en geven vorm aan alternatieve ruimtes. Ze nestelen zich in de pixels die niet geladen zijn. In de datasets die zijn verwijderd. In de stilte tussen twee frames. Juist daar groeit iets nieuws. Niet als revolutie, maar als vegetatie. Als de knoppen van Steven Maybury die uit een internetkabel ontspringen. Als de uitgestorven plantensoorten, die door Nina van Tuikwerd via AI worden teruggeplaatst in ons collectief bewustzijn.
In de video-installatie Matter Gone Wild van Josefa Ntjam ontwaken we in een queer ecosysteem waarin het digitale en het organische met elkaar vervlochten zijn. Hier is de machine geen afstandelijk gereedschap, maar een tuinman die verhalen zaait buiten de grenzen van identiteit, tijd en soort. Planten groeien uit code, vloeibare lichamen vervormen de ruimte, en de machine droomt ons een ander verleden toe—één dat niet vastligt, maar steeds opnieuw gekweekt wordt. Er zijn alleen maar verbindingen, feedbackloops, en bodemlagen van meervoudige betekenis.
Het is tijd om opnieuw te leren kijken. Niet vanuit afstand, maar vanuit verstrengeling. Niet vanuit beheersing, maar vanuit betrokkenheid.
Misschien is dit de les van de machine: dat alles wat je aanraakt, jou óók aanraakt. Dat technologie, hoe autonoom ze ook lijkt, altijd door ons stroomt. En dat we samen een netwerk vormen dat kwetsbaar is, poreus, en open – voor verandering. Deze verstrengeling betekent dat je niet buiten het systeem kunt staan: je bent al verbonden. Maar in plaats van te streven naar controle, biedt deze positie ook iets anders: hier is ruimte voor zorg, wederkerigheid, nabijheid. Niet uitzoomen, maar inzoomen. Beweeg mee en verbind met de verstrengeling.
Want dat is de les van de machine: dat alles wat je aanraakt, jou ook aanraakt. Dat technologie, hoe autonoom ze ook lijkt, altijd door ons stroomt. En dat we samen een netwerk vormen dat kwetsbaar is, poreus, en open—voor verandering.
Welkom in de knoop. Je bent precies op tijd.
[1] Russell, Legacy. Glitch Feminism. A Manifesto. London: Verso, 2020.
[2] Maurer, Luna, Roel Wouters, en Alexandra Barancová. ‘Designing Friction: A call for friction in digital culture’. Designing Friction, 2024. https://designingfriction.com
[3] Trevor Paglen, “On Artificial Intelligence, UFOs, and Mind Control,” interview by Sarah M. Miller, Aperture, December 5, 2024, aperture.org/editorial/trevor-paglen-on-artificial-intelligence-ufos-and-mind-control/.
Liever alles op papier lezen? De catalogus is te bestellen in onze webshop.