GRINDERS (2015-2016)
In kleine plaatsjes op het Amerikaanse platteland werken hackers aan de samensmelting van mens en machine. Ze ontwikkelen apparaten en gadgets om in hun eigen lichaam te implanteren en functioneren als proefkonijnen voor het transhumanisme, het geloof dat de mensheid zich door wetenschap en techniek voorbij zijn huidige fysieke en mentale beperkingen kan evolueren. Hun riskante experimenten en sterke overtuigingen tarten zowel de (medische) wetenschap als de ethiek. In GRINDERS volgt Hannes Wiedemann deze Amerikaanse gemeenschap van bodyhackers. De eeuwenlange mythe van verbeteringen, innovatie en de toekomst wordt meestal geïllustreerd met de esthetiek van gladde interfaces. Wiedemann stelt daar geïmproviseerde operaties, smerige interieurs en meedogenloze, lichamelijke foto’s tegenover.