IRHANN (2008)
Als een reeks antiglorieuze landschappen, zo omschrijft Gabriel Jones zijn ogenschijnlijk fictieve land Irhann. In een door mensen verlaten streek treffen we de restanten aan van kernraketten en andere wapens. Zo groot en dreigend als ze ooit waren, zo belachelijk zijn ze nu. Inert, overwoekerd, achtergelaten – zijn het wel de moordmachines die we vermoeden? Jones’ dubbelzinnigheid zet de kijker op het verkeerde been. Kijken we naar het desolate landschap van een langvergeten oorlog – de Apocalyps die de mensheid uitroeide – of kijken we simpelweg naar een kerkhof voor afgeschreven civiel materiaal? Draagraketten en satellieten, iconen van vooruitgang? Gebruikmakend van foto’s en videostills, wekt Jones simultaan een suggestie van hyperrealiteit en fantasie. Zijn beelden ontstijgen de tijd, en verliezen elke dreiging. Wat overblijft is de absurditeit.