Defenders of the Land
De tentoonstelling is het resultaat van de Post-Middendorp opdracht, een tweejaarlijkse documentaire fotografie-opdracht van de provincie Groningen. Hieronder volgt een begeleidende tekst van Paul Gofferjé:
Een ode aan ‘Landverdedigers’ van Gronings-gewonnen land
Enige jaren geleden nam ik mij voor om de ‘ware landverdedigers’ uit de Groningse geschiedenis te portretteren. Als fotograaf zag ik het volgende voor me: ruige arbeiders die dijken aanlegden of die bij iedere dijkdoorbraak, gewapend met schep, telkens de Waddenzee keerden. De Post-Middendorp opdracht werd aan mij uitgereikt, zodat ik dit beeld zou kunnen gaanvastleggen.
Na veel research bleek het hiervoor geschetste romantische beeld vervangen te moeten worden door een ander, minstens zo interessant beeld. Landverdedigers zijn niet alleen de ‘ruige arbeiders’ maar ook de dijkcantonniers, de vissers, de kooikers, de kloosterlingen, de vuurtorenwachters, de sluiswachters, de gemaalbeheerders, de ratten- en mollenvangers en natuurlijk de boeren en hun waterschappen. Om het behoud van hun boerenbedrijf hebben juist de boeren generatie na generatie de zware aanvallen op de zee getracht te weerstaan.
Ademloos las ik de verhalen van de vele overstromingen waarbij duizenden landgenoten het leven verloren en al lezende kwam ik bij datgene wat een Romein in 47 na Christus over Groningen zegt: ‘Hij twijfelt er aan, of deze bodem, waarop armzalige mensen aardhopen hebben opgeworpen, tot de aarde dan wel tot de zee behoort.’
Dit nieuwe beeld heb ik, nog steeds onder de titel ‘Landverdedigers’, vastgelegd met behulp van een speciale panoramatechniek.
Het romantische cliché van de nietige mens tegenover de overmacht van de natuur, de zee, krijgt vorm in de dia’s door de mens zo klein mogelijk voor te stellen in een landschap dat zich oneindig ver lijkt af te wikkelen. De panoramafotografie (dia’s van gemiddeld anderhalve meter lengte) werd door mij gekozen om aan het ouderwetse supercliché een eigentijdse inhoud te kunnen geven. De gekozen techniek houdt een grote mate van regie in door de fotograaf, die met zijn bevooroordeelde blik de mensen (terug-) plaatst in het door henzelf gemaakte decor (het landschap).
Door deze werkwijze rijzen bij de toeschouwer veel vragen over de personen in het beeld. En ook al is de mens de natuur zichtbaar de baas in de dia’s en lijkt de zee op grote afstand te worden gehouden, tegelijkertijd is er sprake van een steeds groter wordende leegte om deze mens heen.
Zoals de mens het land opnieuw heeft uitgetekend, zo doet mijn camera dit met de mens. Het panorama suggereert de oneindigheid naar links en naar rechts, de platgeslagen eeuwigdurende golfbeweging van de tijd.
Paul Gofferjé, september 1996