Navigatie overslaan
Zoeken

Confronting Views - Bruno Stevens

GEZICHTEN Terwijl het aantal doden in het conflict in het Midden-Oosten elke dag aangroeit*, beseft het internationale publiek steeds minder welke persoonlijke drama’s er achter elk “incident” steken. Zo ontstaat het gevaar dat de dodelijke slachtoffers gewoon cijfers in de statistieken worden, die de overheid aan beide kanten gebruikt als zuivere propaganda om het geweld op het slagveld nog meer aan te wakkeren en ook om het meest extreme beleid te rechtvaardigen.

Bruno Stevens

De publieke opinie overal ter wereld wordt gegijzeld door een wereldwijde nieuwscultuur die bepaalt op welke manier de informatie naar de massa wordt doorgesluisd. En dat gebeurt heel typisch door de gebeurtenissen – hard nieuws – te tonen, maar zelden door in te spelen op de spanningen, oorzaken en gevolgen van een conflict.

Ik was van heel nabij getuige geweest van het ondraaglijke – verscheurde levens, verwoeste families – en ik wilde een paar beelden meenemen uit het oog van de storm die door het Midden-Oosten raast. Aan de hand van die portretten wilde ik de meer intieme zijde van het conflict tonen.
Portretten van doden. Niet uit sensatiezucht maar in tegendeel vanuit een sterke persoonlijke overtuiging dat er meer menselijkheid schuilt in deze foto’s van “gewone doden” dan in de meeste “nieuws”beelden.

De portretten zijn genomen in juni en juli 2001 en tonen Israëli’s en Palestijnen. Het was niet mijn bedoeling meer van de ene kant dan van de andere te laten zien, maar het resultaat werd vooral bepaald door de verschillende houding tegenover de dood in beide culturen en door de mate waarin een buitenlandse journalist op kritieke momenten wordt geduld.

Aan Israëlische zijde rust er een echt taboe op de dood en bestaat er een sterke collectieve wil om de overledenen te herdenken zoals zij “vroeger” waren. Bij vele gelegenheden kreeg ik familiefoto’s aangeboden, maar was het mij niet toegelaten het lichaam van de overledene te fotograferen, omdat dat “ongepast” werd geacht.

Aan Palestijnse kant maakte ik precies het omgekeerde mee. Ik werd altijd aangemoedigd om het slachtoffer te portretteren en zijn of haar lot kenbaar te maken aan de wereld, als een eerbare zaak om zijn of haar nagedachtenis te respecteren.
De portretten stralen een duidelijke kracht uit die de zelfidentificatie in de hand werkt: met die foto’s krijgen de slachtoffers weer menselijke waardigheid, worden zij werkelijk…

Levend.

Augustus 2001

Komt voor in