Navigatie overslaan
Zoeken

A Good World

Tentoonstelling, Studio
17 feb - 1 apr 2007

De ongepolijste, poëtische fotografie lijkt wel eens aan Nederland voorbij te gaan, constateert fotograaf en gastcurator Machiel Botman (Heartbeat, Rainchild). Zeker, namen als Robert Frank, Christer Strömholm en Daido Moriyama behoren ook hier tot de canon, maar wie is goed op de hoogte van het werk van Anders Petersen, Antoine d'Agata of J.H. Engström? Deze zes, zegt Botman over de fotografen die hij selecteerde voor de tentoonstelling A Good World in de Noorderlicht Fotogalerie. Zij onderhouden contacten, onderling en met de voornoemde fotografen, via de mail en op workshops, op basis van vriendschap en gelijkwaardigheid. Nog belangrijker: net als hun zielsverwanten hebben ze de gave met fotografie bij zichzelf naar binnen te kijken. En ze zijn jong. Niet in leeftijd - die loopt uiteen van 20 tot 70 - maar in het vak. Enkele van hen zijn net begonnen in de fotografie, anderen werken al jaren in de beslotenheid van hun eigen wereld. Maar allemaal traden ze nog niet of nauwelijks naar buiten.

Dorothy Richardson
Datum
17 feb - 1 apr 2007
Locatie
Noorderlicht | Huis van de Fotografie, Akerkhof 12, Groningen

Juist deze nog niet uitgekristalliseerde verhalen intrigeren Botman. Hij vergelijkt het met het krijgen van een cadeau: ‘Je raakt opgewonden, mag het uitpakken, het deel maken van jezelf.’ Dat je letterlijk ín de ander mag kijken, ervaart hij als een groot voorrecht. ‘Want het gaat om mensen die bereid zijn hun kwetsbaarheid te tonen en zich openstellen middels fotografie.’ De titel van de tentoonstelling is ontleend aan de vraag van Robert Frank in diens voorwoord bij Crocodile Tears, het fotoboek waarmee Jerome Sother zojuist debuteerde: ‘Is this a good world for him and us?’ Want A Good World bevat gelaagde beelden die prikkelen, betoveren én beangstigen. En steeds weer, zegt Botman, zoeken ze naar een antwoord op Frank’s vraag: Is dit een goeie wereld?

Fotografen:

Ingvild Arnesen (Noorwegen)
Arja Hyytiainen (Finland)
Christien Jaspars (Nederland)
Dorothy Richardson (Canada)
Jerome Sother (Frankrijk)
Alessandro Tattini (Italië)

Statement van Machiel Botman (curator):

A GOOD WORLD

Fotografie in het begin, of in een begin, kan zo bijzonder zijn. Wat deze zes fotografen verbindt is dat ze jong zijn. Niet qua leeftijd – die loopt uiteen van 20 tot 70. Het gaat om mensen die nog niet of nauwelijks naar buiten zijn getreden. Die soms nog maar net zijn begonnen en nog zoeken. Die soms al jaren obsessief werken binnen de (besloten) eigen wereld.

Het nog niet uitgekristalliseerde verhaal verbaast en raakt me al jaren. Zoiets voelt als het krijgen van een cadeau: je mag het zelf uitpakken, je raakt opgewonden, je mag het deel van jezelf maken. Dat je in de kwetsbaarheid van de ander mag kijken, dat is misschien het grootst. Want het gaat om mensen die hun leven al lang aan het leven zijn, daarin is geen enkel verschil. Het gaat om mensen die naar binnen weten te kijken.

Alessandro werkt als ‘engineer’ en heeft zich daarnaast op zijn familie gestort. Hij maakte een enorm aantal foto’s, die warm zijn, maar ook donker in hun betekenis.Jerome heeft net zijn eerste boek gepubliceerd, ‘Crocodile Tears’, en Robert Frank vraagt zich in zijn inleidende tekst af: ‘Is this a good world for him and us?’ Jerome bekijkt zijn wereld, met scepsis en humor.Ingvild heeft ons iets te vertellen over een jong meisje, een ouder meisje, een jonge vrouw en misschien ook wel een oudere vrouw. Zij zoekt naar haar vorm, en raakt intussen hele wezenlijke zaken aan. Dorothy kwam op mij eerst over als een verdwaalde Miss Marple. Ze maakt de meest obscure beelden met een pinhole camera, van haar honden, kinderen en kleinkinderen in de Canadese sneeuw, en ze vertelt: ‘Somewhere along the line I lost interest to look at the world through rose colored glasses’.Christien leefde en fotografeerde lange tijd in Mali. Ze vond en verloor haar liefde. Ze laat muziek zien, in de beelden en in het kind dat ze meebracht.Arja speelt met het voorbij gaan van haar relatie, in zwarte beelden met witte teksten. De beelden bewegen, zij beweegt. Zij gaat door, wij zijn geraakt.

Op dit moment waait er een ongepolijste wind door fotoland, die soms aan Nederland voorbij lijkt te gaan. Niet wat de bekende namen betreft, al heeft dat ook best lang geduurd. Robert Frank staat altijd aan het begin, Moriyama is er nu ook. Fieret duurde even. Crister Strömholm, Anders Petersen, Kyoshi Suzuki, wie kent hun werk eigenlijk echt? En wie weet precies wat Michael Ackerman, Lorenzo Castore, Thomas Wagström, Ken Schles, J.H. Engström, Antoine D’Agata en zoveel andere, relatief jonge, fotografen nu aan het doen zijn?

Deze zes fotografen weten dat. Er lopen allerlei lijntjes, vriendschappelijke, en via workshops. Er is contact, er wordt gemaild, men weet van elkaar waar men is en wat men doet. Het is kenmerkend voor deze hele groep, gevestigde en beginnende fotografen, dat er een volkomen gelijkwaardig en vaak helpend contact is. En eigenlijk gaat het altijd om het antwoord op Frank’s vraag. Is dit een goeie wereld? Het gaat dan eerst om de fotografie die naar binnen weet te kijken en die vervolgens een deel van haar bestaansrecht ontleent aan de dingen die niet eenvoudig zijn. Daar komen beelden uit voort, vaak complexe en duistere beelden, met meerdere lagen die op allerlei manieren kunnen inwerken: vragen oproepend, beangstigend of ronduit irriterend. Anders Petersen maakte in 1995 zijn ‘Ingen har sett allt’ (‘No one has seen it all’), over geestelijk gestoorden. Het is één van helderste en indrukwekkendste boeken over dit onderwerp, vooral omdat hij op warme wijze laat zien wat er zich achter de ogen van deze mensen afspeelt. Er ontstonden wonderschone beelden. De man was daartoe in staat omdat hij begreep waar het om ging. Hij had bij zichzelf naar binnen gekeken.

Misschien is dat de bindende factor in deze tentoonstelling. Het gaat niet zozeer om ervaring of leeftijd. Het gaat om de bereidheid iets kwetsbaars van jezelf bespreekbaar te maken met de fotografie. Dat levert soms duistere of obscure beelden op; blijkbaar is dat een taal die werkt. Maar het levert ook hilarische beelden op en sterke, volkomen abstracte beelden, die toch menselijkheid uitstralen. Want het ging er helemaal niet om een abstract beeld te maken. Het gebeurde gewoon, omdat je bereid was jezelf over te geven en de controle los te laten.

Machiel Botman, januari 2007

Te zien